Kerncomponenten praktijkonderzoek

Wat deed dit ik?

Ik begon met het peilen naar de kennis rond de executieve functies bij de betrokken leerkrachten en met het observeren van de verschillende klassen. Door mijn job als ondersteuner was ik voor de leerlingen een vertrouwd gezicht in de klas. Door de gesprekken met de leerkrachten en de klasobservaties kon ik de beginsituatie bepalen. Vervolgens zocht ik naar een manier om de onderwijsprofessionals bewust te maken van de executieve functies zodat ze deze bij zichzelf en bij de leerlingen zouden kunnen herkennen. Om dit te verwezenlijken ontwierp ik een metafoor, kaartjes (met op de voorzijde de uitleg over de verschillende executieve functies en op de achterzijde hoe ze deze executieve functies bij de leerlingen kunnen herkennen), een determinatietabel en deze website. Ik liet de onderwijsprofessionals het spel 'Kwinkslag' spelen en besprak hun ervaringen achteraf. Ik koppelde deze ervaringen aan de verschillende executieve functies om de bewustwording van de eigen executieve functies te stimuleren. De volgende stap was de onderwijsprofessionals helpen bij het herkennen van de verschillende executieve functies bij de leerlingen. Hierbij hielpen de kaartjes en de determinatietabel die ik samen met collega-ondersteuners ontwierp. Ik observeerde in de klas en koppelde deze observaties terug. Ik besprak concrete klassituaties en ontdekte dat deze praktijkgerichte anpak zijn vruchten afwierp. 

Ik legde de focus vooral op de executieve functies organisatie, planning en prioritering en besprak samen met de leerkrachten mogelijke strategieën en de manier waarop ze de omgeving konden aanpakken. De klas werd prikkelarmer gemaakt en de communicatie verliep explicieter. De leerkrachten zochten naar een aanpak waar ze zich goed bij voelden. De ene leerkracht maakte op Facebook een klasgroep aan en stuurde via dit kanaal herinneringen voor het indienen van taken en het meebrengen van materiaal, de andere leerkracht ontwikkelde een beloningssyteem op klasniveau. 

Resultaten?

De betrokken onderwijsprofessionals kunnen een concrete invulling  geven aan de verschillende executieve functies. Ze kunnen de executieve functies bij de leerlingen herkennen en benoemen en hieraan tegemoet komen. De leerkrachten voerden aanpassingen door en leerden hun leerlingen vaardigheden aan ter stimulatie van hun executieve functies. Ik kreeg voornamelijk de feedback dat het frustratieniveau van de leerkrachten naar beneden ging en dat de aanpassingen en strategieën de leerlingen met zwakke executieve functies stimuleerden en dat de aanpasingen hun zwakke executieve functies compenseerden.

Bijsturen naar de toekomst en conclusie

Het onderzoek leerde me dat onderwijsprofessionals eerst betekenis moeten verlenen aan het begrip executieve functies vooraleer er gestart kan worden met de aanpak ervan. Je kan iets niet aanpakken als je niet weet wat het juist inhoudt.

Het praktijkonderzoek was een uniek proces waarin resultaten geboekt werden, zowel de leerkrachten als de leerlingen mochten een groei ervaren. Ik werkte volgens de cyclus van het handelingsgericht werken en moest gedurende het onderzoek regelmatig bijsturen. Eerst moet je bijvoorbeeld doordrongen zijn van het nut van de executieve functies en bepalen wat je wil bereiken om vervolgens te gaan kijken naar hoe en wat je daarvoor juist dient te doen. Om het nut in te zien, moest er eerst betekenis verleend worden. Ik dacht dat het begrip 'executieve functies' al gekend was en schatte dit dus anders in. Achteraf ben ik hier dankbaar voor want dankzij de ontwikkeling van de metafoor heb ik nu een instrument om de executieve functies zowel naar onderwijsprofessionals als naar andere betrokkenen (ouders, leerlingen, ...) te kunnen duiden.

Er zijn volgens Marzano 21 essentiële taken van de schoolleider. Eén daarvan is de taak van intellectuele uitdaging. Een schoolleider kan voor zijn schoolteam een meerwaarde betekenen door het in contact te brengen met de inzichten over de executieve functies en kan het schoolteam helpen om het begrip invulling te geven en er nadien in professionele leergemeenschappen mee aan de slag te gaan.

Oriënteren

Leerlingen met zwakke executieve functies vind je zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs. Er is redelijk wat materiaal beschikbaar voor het werken aan deze executieve functies in het basisonderwijs. Voor het secundair onderwijs is er minder materiaal ontwikkeld doordat de focus vaak gelegd wordt op de eerste cruciale fase, de peuter- en kleutertijd.

De executieve functies zijn voor onderwijsprofessionals soms een abstract begrip. Al wat langer afgestudeerde onderwijsprofessionals kwamen in hun toenmalige lerarenopleiding niet of te weinig in aanraking met dit paraplubegrip. De concrete invulling van dit begrip hangt dus af van de onderwijscarrière en het ontwikkelings- en/of nascholingstraject van de onderwijsprofessional.

Sommige onderwijsprofessionals zijn niet vertrouwd met de executieve functies. Hierdoor weten ze niet of onvoldoende hoe ze deze kunnen aanpakken in de klas. Onderwijsprofessionals die wel vertrouwd zijn met het begrip weten soms door de complexiteit niet hoe ze een concrete aanpak uit hun mouw kunnen schudden en zijn vragende partij naar concrete voorbeelden, tips en trics. 

Leerlingen hebben zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs nood aan het stimuleren en compenseren van de executieve functies omdat deze compensatie hen kan helpen en inclusief onderwijs mogelijk maakt.

Richten

Er is al veel onderzoek gedaan naar hoe men de executieve functies kan gaan stimuleren en compenseren bij leerlingen uit het basisonderwijs. Deze schooltijd bevat een gevoelige fase in de ontwikkeling van executieve functies: de leeftijd van +/- 2,5 tot ongeveer 8 jaar. De neuroplasticiteit van de hersenen van peuters en kleuters is erg groot en hersencellen gaan op deze leeftijd veel nieuwe verbindingen aan.  Hierdoor kunnen er nieuwe vaardigheden aangeleerd worden en is het van belang om net dan in te zetten op de executieve functies.

Een andere gevoelige fase is de adolescentie. Over het stimuleren en compenseren van de executieve functies tijdens deze fase is er minder informatie te vinden terwijl dit ook een gevoelige fase is en sommige executieve functies dan nog niet uitonwikkeld zijn. Dit was dan ook voor mij de reden om hier meer over te weten te komen: Hoe kan een onderwijsprofessional de executieve functies bij leerlingen in het secundair onderwijs gaan compenseren en stimuleren? 

Plannen

Het praktijkonderzoek bestaat uit verschillende onderzoeksactiviteiten zoals het peilen naar de kennis over de executieve functies bij de onderwijsprofessionals, het zoeken naar methodes om deze kennis op een efficiënte en effectieve wijze bij te brengen en het in kaart brengen van de nood van onderwijsprofessionals om de executieve functies bij leerlingen in het secundair onderwijs te gaan stimuleren en compenseren. Dit gebeurde door face-to-face-gesprekken, literatuurstudie, het volgen van nascholingen en bepaalde opleidingsonderdelen van de BaNaBa BuO. Bij de leerlingen ga ik peilen of zij een mindshift kunnen merken bij de onderwijsprofessionals en of de nieuwe aanpak werkt. Daarnaast ga ik onderzoeken of de leerlingen uit het secundair onderwijs zich bewust zijn van hun (al dan niet zwakke) executieve functies.

Verzamelen

Ik gebruik verschillende bronnen voor het verzamelen van informatie zoals vakliteratuur, thesissen, informatie uit de opleidingsonderdelen van de BaNaBa BuO (Vives), informatie die me werd aangereikt door de werkgroep executieve functies van het Ondersteuningsteam Type 4 van Dominiek Savio, internet. Ik haalde ook veel informatie uit de gesprekken die ik voerde met andere onderwijsprofessionals zoals ondersteuners en leerkrachten secundair onderwijs en uit gesprekken met leerlingen.

Analyseren en concluderen

Onwetendheid blijkt een grote struikelblok. Quasi alle aan dit onderzoek betrokken onderwijsprofessionals willen meer inzetten op het stimuleren en compenseren van de executieve functies nu ze zich bewust zijn van het belang hiervan voor alle leerlingen. Die bewustwording is een noodzaak. Het stimuleren en compenseren van de executieve functies bij leerlingen in het secundair onderwijs wordt vaak al onbewust door de onderwijsprofessionals gedaan doordat de laatste jaren UDL (Universal Design for Learning) en de inclusiegedachte aan belang winnen. 

Om meer in te zetten op de executieve functies bij leerlingen in het secundair onderwijs moeten de onderwijsprofessionals het paraplubegrip executieve functies betekenis kunnen geven. Idealiter wordt dit door het beleid aangepakt door het thema in het team te brengen tijdens bijvoorbeeld een pedagogische studiedag.

Ontwerpen

Het onderwerp "executieve functies" bestaat al. Het accent ligt momenteel meer bij het compenseren en stimuleren van executieve functies bij kleuters. Ik wil dit onderwerp verder uitbreiden en hoop dat ik hierdoor het stimuleren en compenseren van de executieve functies in de andere cruciale fase, deze van de adolescentie, in beweging kan zetten. 

Beleving zorgde voor inleving (= workshop), het bouwen van een website was noodzakelijk om de informatie altijd beschikbaar te stellen en het ontwikkelen van een metafoor was cruciaal om onderwijsprofessionals de theorie naar de praktijk te laten vertalen. 

Door een strakke planning bleek de uitwerking realiseerbaar.

Rapporteren en presenteren

De doelgroep bestaat uit onderwijsprofessionals en in het bijzonder de onderwijsprofessionals met een opdracht in het secundair onderwijs. 

Het internet blijkt het meest geschikt om de resultaten te presenteren aangezien een website de mogelijkheid biedt om gratis veel informatie beschikbaar te stellen en veel onderwijsprofessionals te bereiken. 

Weten dat je niets weet is het begin van alle wijsheid.  (Socrates)

© 2020 Sascha Vanschoubroeck. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin