Waarom de EF bril?

De executieve functies worden sterke voorspellers van schoolsucces genoemd. Het opzetten van de EF bril is dan ook een must voor elke onderwijsprofessional. Je verhoogt hierdoor niet alleen de kansen van jouw leerlingen, de lessen worden door het inspelen op leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften inclusief én je helpt op deze manier mee aan een positieve mindshift.

Je kan niet in één oogopslag zien hoe de exectieve functies bij leerlingen ontwikkeld zijn. Hiervoor heb je een goede beeldvorming nodig. Jij kan dus als onderwijsprofessional het verschil maken door de noden van de leerlingen in kaart te brengen en hieraan tegemoet te komen. Je zorgt er op deze manier voor dat er op hun onderwijsroute  wegversperringen of hindernissen vermeden worden.

Geleidelijke ontwikkeling

De executieve functies worden bij kinderen en jongeren geleidelijk functioneler. Dit hangt samen met de rijping van hun hersenen. Omdat de verbindingen tussen neuronen in de prefrontale hersenen spectaculair toenemen tot de leeftijd van zeven jaar is de kleuterleeftijd bij deze rijping de meest kritische periode. Er gaat tegenwoordig dan ook veel aandacht naar het stimuleren van executieve functies bij kleuters. Maar ook kinderen en jongeren in het lager of secundair onderwijs kunnen nog hun executieve functies versterken. De prefrontale cortex is immers pas laat 'uitontwikkeld'. 

De adolescentie is zeker een periode waarin nog veel neuronale verbindingen gelegd en versterkt worden. De verschillende executieve functies ontwikkelen zich trouwens ook in een verschillend tempo. Zo zien we dat er in de puberteit nog een grote vooruitgang geboekt wordt op bijvoorbeeld de executieve functies emotieregulatie en planning en prioritering. De omgeving gaat net op dat moment verwachten dat een jongere zelfstandiger en efficiënter gaat functioneren. Daardoor kunnen jongeren met zwakke executieve functies meer problemen ervaren in het secundair onderwijs, omdat er steeds meer en moeilijker taken van hen worden verwacht en hierdoor de zwakke executieve functies sneller zichtbaar worden. 'Growing into deficits' is een term die dit benoemt. 

Aangezien executieve functies te trainen zijn is het aangewezen hier zo vroeg mogelijk mee te starten. De Odisee Hogeschool werkte met steun van de Vlaamse Overheid aan het project "Zet je EF bril op". Dit project werkt aan het versterken van de zelfsturende vaardigheden bij kinderen in het kleuter en lager onderwijs. Meer informatie over dit project kan je op de onderstaande website vinden.

EF zijn verweven met schoolse vaardigheden

De executieve functies zorgen ervoor dat jongeren zich bewust worden van eigen en andermans gevoelens. Ze zijn verantwoordelijk voor een goed functioneren in het onderwijs: ze zorgen dat de meer schoolse vaardigheden zich ontwikkelen zoals het onthouden van simpele en complexe instructies, en het doorzetten bij moeilijke taken. 

Zet je EF bril dus op om cognitieve vaardigheden te ondersteunen bij leerlingen met als doel gelijke kansen te geven voor elke leerling. Deze executieve functies zijn van groot belang voor huidige en toekomstige schoolprestaties. Bovendien leidt het versterken van de executieve functies tot een hoger niveau van zelfregulerend gedrag of zelfmonitoring. Zelfsturing is onder andere nodig om sociale verbanden te kunnen aangaan (Frith & Frith, 2013).

In het secundair onderwijs is het komen tot zelfstandig leren belangrijk. Voor deze vaardigheid heeft men executieve functies nodig:

1) Informatie verwerven en verwerken; de leerlingen ontwikkelen vaardigheden die te maken hebben met het verwerken en verwerven van informatie, het oplossen van problemen, het raadplegen van informatiebronnen.

Vooral de executieve functie "organisatie" treedt hier sterk op de voorgrond.

2) Regulering van het leerproces: het concrete plannen, sturen en bewaken van het leerproces, metacognitie als kennis van leren en denken in het algemeen en van het eigen leren en denken in het bijzonder.

Vooral de executieve functies metacognitie, planning, doelgericht gedrag treden hier sterk op de voorgrond.

3) Opvattingen over leren: de leerlingen kunnen hun leeropvattingen, leermotieven en leerstijl in vraag stellen en zo nodig veranderen.

Vooral de executieve functies metacognitie en flexibiliteit treden hier sterk op de voorgrond.

4) Keuzebekwaamheid: de leerlingen ontwikkelen een realistisch zelfconcept, verruimen hun horizon inzake studiemogelijkheden en functies en beroepen in de maatschappij en leren afwegen, prioriteiten stellen, beslissen en consequenties van een beslissing zien en aanvaarden

Vooral de executieve functies prioritering, emotieregulatie, doelgericht gedrag treden hier sterk op de voorgrond.

EF en de noodzakelijke vaardigheden voor hoger onderwijs

Volgens Henri Cornelis Schouwenburg, professor in de filosofie en auteur van verschillende boeken over studieproblemen, is het van belang volgende vaardigheden te ontwikkelen met het oog op hoger onderwijs:

Voor deze vaardigheden spelen de executieve functies een rol. Wanneer men goed is in het plannen en het organiseren, soepel kan omgaan met veranderende situaties, een goed helikopterzicht heeft, zijn impulsen en emoties onder controle heeft, zich aan deadlines kan houden, ... dan heeft men het op dit vlak makkelijker in het hoger onderwijs dan iemand bij wie deze vaardigheden minder goed ontwikkeld zijn. Uiteraard speelt de motivatie ook een grote rol.

EF versterken elkaar

De verschillende executieve functies zijn niet volledig van elkaar te onderscheiden. Ze hangen sterk met elkaar samen, en de ene functioneert niet zonder de ander. Je kan de executieve functies dus zien als een netwerk van meerdere vaardigheden. Bepaalde factoren zoals bijvoorbeeld concentratie-problemen kunnen de oorzaak zijn van problemen bij meerdere executieve functies. Het is belangrijk om te weten dat het trainen op één specifieke executieve functie ook een positieve invloed heeft op de andere executieve functies. Bovendien leidt het versterken van de executieve functies tot een hoger niveau van zelfcontrole.

Een concreet voorbeeld:

Een leerkracht stelde volgend vraagstuk aan de leerlingen: "In een winkel koop je een racket en een bal. Samen kosten deze 1,10 euro. Het racket is 1 euro duurder dan de bal. Hoeveel kost de bal?
Menig leerling zou door een geconditioneerd hersenspoor antwoorden dat de bal dan 10 eurocent kost. In dit geval is het racket 1 euro duurder dus 1,10 euro. Wanneer je daar de bal bij optelt kom je uit op 1,20 euro. Het juiste antwoord is dat de bal 0,05 eurocent kost. Het racket is een euro duurder en kost dus 1,05 euro. Voor het racket en de bal samen moeten we dan 1,10 euro (0,05 euro en 0,05 eurocent) betalen. Iemand die bijvoorbeeld onmiddellijk weet hoe hieraan te beginnen (taakinitiatie), verkleint hierdoor de stress (emotieregulatie) en heeft achteraf nog voldoende tijd om een controle in te bouwen en zijn denkwijze te analyseren (metacognitie). In dit geval werkt de taakinittiatie versterkend voor de emotieregulatie en metacognitie?

© 2020 Sascha Vanschoubroeck. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin