Wat doen? De EF bril op en aan de slag!
1. Pas de omgeving aan
Het aanpassen van de omgeving kan het systeem van executieve functies bij een leerling stimuleren. Russell Barkley, een klinisch psycholoog en ADHD-expert, noemt dit proces van ondersteuning het bouwen van een 'prothetische omgeving' omdat je zogenaamd 'protheses' geeft aan leerlingen met zwakke executieve functies die nodig zijn om hun omgeving en taken aan te passen.
Meubilair en klasopstelling
Het klasgebeuren en het ruimtegebruik worden bepaald door de inrichting van de klas. Een klasruimte is idealiter een gezonde, veilige en comfortabele omgeving zijn. Een ethische klasruimte oogt mooi en zorgt ervoor dat iedereen er zich goed in voelt. Klaslokalen met recent zit- en werkmeubilair zijn met hun aangepaste maten en dimensies gebaseerd op metingen van het menselijk lichaam oftewel antropomorfe metingen (Oyewole et al., 2010) dit in tegenstelling tot de meeste 'oude" meubelen. Daarnaast kan bepaald meubilair er voor zorgen dat leerlingen met zwakke executieve functies zoals bijvoorbeeld een zwakke reactie-inhibitie de klas minder storen. Zo zijn er nu stoelen zonder vier poten die het achteroverleunen op twee poten tegengaan of krukjes die net gemaakt zijn zodat leerlingen die een zwakke impulscontrole hebben ongestoord kunnen wiebelen zonder dat dit de klasgroep stoort of zijn er plooibare schermen die ter bevordering van de concentratie makkelijk geplaatst kunnen worden.
Uit onderzoek blijkt dat leerkrachten zich meer bewegen door de klasruimte indien de banken in een klassieke rijopstelling staan (Martin, 2002). Wanneer leerlingen centraal staan in de onderwijs- en leeractiviteiten, worden de banken door leerkrachten meestal in groepen opgesteld. Leerkrachten blijken echter minder mobiel bij deze opstellingen (Martin, 2002). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat leerlingen meer vrijheid hebben om te bewegen, waardoor de leerkracht zich minder snel verplaatst (Martin, 2002). Hieruit kan men afleiden dat het voor leerlingen met zwakke executieve functies meer aangewezen is om voor een rijopstelling te kiezen aangezien zij baat hebben bij een nabije leerkracht. Een leerkracht die zich frequent door de klas verplaatst en hierdoor sneller detecteert welke leerlingen moeilijkheden ondervinden door bijvoorbeeld hun zwakke executieve functies, kan door op dat ogenblik strategieën aan te reiken de leerlingen helpen om aan hun zwakke executieve functies tegemoet te komen.
Het gebruik van een digitaal schoolbord biedt een verhoogde flexibiliteit, meer interactie- en discussiemogelijkheden en een hogere motivatie bij leerlingen en leerkrachten. De verschillende (deel-)stappen kunnen makkelijker geprojecteerd worden alsook de verschillende opdrachten. De visualisatie wordt verhoogd waardoor het werkgeheugen minder belast wordt.
Digitaal lesmateriaal biedt voordelen voor leerlingen met zwakke executieve functies omdat dit materiaal hen helpt om te gaan met minder goed ontwikkelde executieve functies zoals reactie-inhibitie en planningsvaardigheden. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen die op de computer spelen of werken, beter in staat zijn hun aandacht bij de taak te houden en minder impulsief zijn. De computer biedt een sterke prikkel, waardoor andere prikkels minder afleidend zijn; dat kan helpen bij reactie-inhibitie.
Sociale omgeving aanpassen
Wanneer je een klas binnenstapt, stap je een complexe, sociale omgeving binnen. Klassen hebben sociale regels, wisselende allianties en voortdurend verschuivende machtsverhoudingen. Leerlingen proberen een of andere functie in het sociale mechanisme te vervullen omdat ze een aangeboren begrip hebben van de sociale rollen die van ons verwacht worden en die zij van anderen verwachten. Leerlingen met zwakke executieve functies hebben soms een verzwakt aangeboren begrip voor de samenleving of zien niet wat iedereen ziet of denken niet zo zoals de anderen denken. Voor deze leerlingen is het van belang de sociale wereld te verhelderen, waardoor je een veilige sociale basis tracht te creëren, zodat de leerling de energie en mogelijkheid heeft om functionele sociale vaardigheden aan te leren die hem helpen leven en overleven in de sociale wereld van het onderwijs.
De meeste sociale regels zijn ongeschreven en dus impliciet. We gaan er meestal van uit dat leerlingen die sociale codes intuïtief aanvoelen. Leerlingen met zwakke executieve functie missen soms die intuïtie en hebben soms moeite met alles wat impliciet is. Het helpt hen als we de sociale regels expliciteren, sociale situaties uitleggen en duidelijk aangeven welk gedrag van hen verwacht wordt in welke situatie.
Tips
Tips over hoe je de omgeving kan aanpassen kan je in onderstaand downloadbaar bestand vinden.
Taken en toetsen aanpassen
Onderwijsprofessionals kunnen met kleine aanpassingen door te voeren bij het opmaken en afnemen van taken en toetsen een wereld van verschil maken voor leerlingen met zwakke executieve functies.
Hier volgt een voorbeeld waarom je er als onderwijsprofessional kan toe doen door jouw taken en toetsen aan te passen.
Mijn stiefdochter kreeg van haar lerares aardrijkskunde volgende opdracht:
"Zoek tien goede afbeeldingen die mogelijke oplossingen voor het probleem van de overbevolking bevatten en vermeld van elke afbeelding de bron op een apart blad."
Deze vraag bestaat uit twee vragen: Je moet niet alleen de afbeeldingen zoeken en in een document kleven, maar ook de bron vermelden. Veel leerlingen hebben het moeilijk met meervoudig samengestelde vragen. Ze lossen dan slechts een gedeelte van de vraag op door bijvoorbeeld een zwakker werkgeheugen. Daarnaast bevat de vraag ook een waardeoordeel. Wat voor de leerling goed is, is dit misschien voor de leerkracht niet en omgekeerd.
Een voorbeeld van een toets die best een aanpassing kan gebruiken, vind je hier:
Wat zou je anders doen en waarom?
We bekeken deze toets samen met een team van ondersteuners en kwamen tot de aanpassing van de toets die je hieronder kan bekijken.
Hieronder kan je tips downloaden die je kunnen helpen om taken en toetsen EF vriendelijk kan maken.
Aanwijzingen geven - expliciete communicatie
Leerlingen doen niet altijd wat van hen wordt gevraagd. Dat kan onwil zijn, maar ook onvermogen. Leerlingen weten gewoon niet altijd wat er nu eigenlijk precies van hen wordt gevraagd.
Duidelijk: Zeg wat leerlingen moeten doen. Niet wat ze niet moeten doen. Uitdrukkingen als " niet praten" of " laat je niet afleiden" zijn vage en onduidelijke opdrachten. Als iemand " laat dat" tegen je zegt, wat moet je dan precies laten? Als je je leerling bijvoorbeeld de opdracht geeft om "op te letten" door hem te zeggen dat hij onder de tafel zijn boek even moet neerleggen en naar jou moet kijken en de boodschap te geven dat als jij iets op het bord schrijft, dat hij dan in het schrift moet schrijven, dan zijn dat handelingen die je duidelijk, concreet en in samenhang hebt genoemd. Het zijn waarneembare handelingen. Je kan dus meteen zien of de leerling doet wat jij zegt. Als je alleen "opletten" had gezegd, hoe controleer je dat dan? En hoe kan je de leerling dan goed aanspreken?
Leerlingen zijn enorm (over)gevoelig voor rechtvaardigheid. Als je ze straft voor "onvermogen" verpest je de sfeer in je klas. Straf je niet voor "onwil" dan kunnen ze de boel op stelten zetten. Straf je te snel, dan verlies je respect. Ben je duidelijk en concreet en een paar leerlingen doen toch niet wat je zegt, dan maak je je opdracht nog iets specifieker, zodat deze leerlingen alsnog de kans krijgen -weliswaar trager dan de rest- om hun goede wil te tonen. Doen ze nog niet mee, dan kun je ze op hun gedrag aanspreken. Weet hij/zij dan wat er concreet wordt verwacht door jou? Duidelijk zijn betekent dat je concreet omschreven handelingen aangeeft. Duidelijke opdrachten waaraan redelijk eenvoudig aan kan worden voldaan. In plaats van "opletten" kan je ook het volgende zeggen: " Ga rechtop zitten, met je gezicht naar mij toe. Leg je pen neer en luister naar mij".
Concreet: Hoe concreter jij bent in jouw duidelijk taalgebruik, hoe eenvoudiger het wordt aan jouw wens te voldoen. Expliciet communiceren is dus de boodschap.
Een voorbeeld: Ik vroeg aan mijn oudste zoon om een lepel te brengen. Er was iemand op bezoek en ik had net koffie ingeschonken. Dat wist mijn zoon echter niet. Om me bewust te maken van het feit dat deze vraag voor hem niet expliciet genoeg was, stond hij zo (zie bovenstaande foto) voor me.
2. Leer de vaardigheid aan
Doelen formuleren: SMART
Het is belangrijk te bepalen welk gedrag moet worden geleerd of welk specifiek probleemgedrag moet worden aangepakt om aan de zwakke executieve functies tegemoet te kunnen komen. Het is van primordiaal belang een doel te formuleren volgens het SMART-principe:
Uitleg voor het SMART-principe vind je in het onderstaand kader:
Een SMART-doelstelling is richtinggevend: het geeft aan wat je wilt bereiken en stuurt het gedrag van je leerling en van jezelf. Bovendien wordt aangegeven welke resultaten wanneer moeten worden bereikt. Door een doelstelling SMART te formuleren is de kans groter dat er in de praktijk iets van terecht komt.
Een concreet voorbeeld:
Een student uit de klas 2 BVL bepaalt volgend doel:
SMART-doel = Ik kom op tijd op school.
S Specifiek: Wat wil ik?
⇒ Ik wil op tijd (8 uur 30) op school komen.
M Meetbaar: Waaraan kan ik merken of zien of ik het doel bereik
⇒ Ik kan dit zien aan het feit of ik al dan niet een nota in mijn agenda krijg.
A Acceptabel: Waarom wil ik op tijd komen?
⇒ Ik wil strafstudie vermijden ( 3 x te laat = strafstudie) en wil me de vaardigheid "op tijd komen" aanleren.
R Realistisch: Welke haalbare acties onderneem ik om mijn doel te bereiken?
⇒ Ik laat elke dag mijn wekker thuis tweemaal afgaan: een eerste maal om op te staan, een tweede maal om te vertrekken naar school.
T Tijdgebonden: Wanneer werk ik aan dit doel?
⇒ 1 september 2019 - 30 juni 2020.
De strategieën
Er zijn ontzettend veel strategieën die je kan gebruiken om de executieve functies bij leerlingen in het secundair onderwijs te gaan stimuleren en compenseren. Ik heb er een aantal per executieve functie verzameld. Deze kan je in onderstaand document terugvinden.
De strategieën kan je ook verwerken in een lessenpakket. Hieronder volgt een concreet en downloadbaar voorbeeld.
3. Beloningen gebruiken
Soms zien leerlingen het belang niet van wat ze proberen te leren en zullen ze waarschijnlijk niet hun best doen om het doel te bereiken. Daarom is het soms nodig om het gedragsdoel te verbinden aan een beloning, zodat het belangrijker wordt (positieve bekrachtiging). Focus niet op wat er in de weg staat, maar wel op de gewenste uitkomst.
Je kan bovendien ook het niet vertonen van gewenst gedrag verbinden aan het verlies van privileges.
Het is belangrijk kleine stapjes in de goede richting te belonen en niet enkel de grote stappen.
Het gebruik van straf is onrealistisch en inefficiënt bij leerlingen met een zwak werkgeheugen en problemen met uitstel van beloning.
Specifieke complimentjes
Veel leerlingen passen zich vrij goed aan de regels op school en in de klas aan. Toch worden ze zelden beloond voor hun gewenst gedrag. Goed of gewenst gedrag wordt nog vaak als 'normaal' beschouwd. Maar als de thuiscultuur verschilt van de schoolcultuur of de executieve functies zwak zijn, kan gewenst gedrag een hele onderneming zijn. Dat geldt ook voor jongeren die een fase doormaken van persoonlijke moeilijkheden, bijvoorbeeld wegens een problematische thuissituatie of voor jongeren die door zwakke executieve functies bijvoorbeeld hun impulsen niet onder controle krijgen en daardoor onvoldoende hun gedrag kunnen sturen. Omdat jongeren behoefte hebben aan positieve aandacht van volwassenen, is het een goede strategie om vaak tevredenheid te laten blijken over gewenst gedrag en om de inspanningen die leerlingen leveren, expliciet, vooral verbaal, te waarderen.
In het boek inspirerend coachen van Jef Clement wordt daar meermaals de klemtoon op gelegd: positief bekrachtigen kan je niet genoeg doen!
Beloningssysteem
Een beloning hoeft niet veel geld te kosten en je kan op heel eenvoudige manieren de leerlingen gelukkig maken en stimuleren om zich te blijven inzetten. Je kan niet te veel belonen, maar wel te veel beloningssystemen creëren waardoor je een overaanbod creëert. Kies daarom een beloningssysteem dat authentiek en oprecht is, kies een beloningssysteem dat bij jou past. Uiteindelijk is dit systeem ook maar een middel om je effect te bereiken. Hier staan enkele tips en mogelijkheden die hun effectiviteit in hun context al bewezen hebben:
- Een beloningssysteem ter bevordering van de leerresultaten
Laat de leerlingen beloningen verdienen wanneer ze aantonen dat ze voor jouw vak gestudeerd hebben.
Voorbeeld (zie bijlage 1):
Je maakt een beloningssysteem voor leerlingen waarbij ze goed-gewerkt- kaartjes kunnen verdienen. Deze kaartjes verdienen ze op verschillende manieren (zowel aantrekkelijk voor de sterke als de minder sterke leerlingen) en kunnen ze per vijf inzetten op een toets naar keuze voor één punt extra.
Door het onder andere ook te koppelen aan het tonen van kladschrift, wordt het echt een win-win: ze verdienen kaartjes bij goede voorbereidingen en scoren zo beter op de toetsen én ze kunnen af en toe een extra punt inzetten op de toetsen waar het minder goed ging. Bovendien zijn er voor de verschillende hoofdvakken zeer veel punten te verdienen, dat die enkele extra punten niet opwegen.
- Zorg dat leerlingen met zwakke executieve functies op een gelijkwaardige manier complimenten kunnen verdienen.
Voorbeeld: Op klasniveau: een complimentenbox
Alle leerkrachten krijgen een voorraad kaartjes waarop ze de namen van leerlingen kunnen invullen. Een leerling die zo'n kaartje krijgt, deponeert dat in de 'complimentenbox'. Op afgesproken tijdstippen haalt een onschuldige hand een kaartje uit de complimentenbox. Die leerling krijgt dan een kleine beloning. In dit systeem speelt het toeval een rol en kan er gedifferentieerd worden. Enerzijds maakt een leerling die verschillende kaartjes met zijn naam in de complimentenbox heeft, meer kans om door het lot gekozen te worden. Anderzijds is het niet onmogelijk dat er een kaartje van een doorgaans minder 'brave' leerling uit de bus komt. De toevalsfactor verhindert de leerlingen om te denken dat gewenst gedrag automatisch recht geeft op een materiële beloning.
- Werk met de ganse school aan belangrijke executieve functies
Voorbeeld : Op schoolniveau: "José, te laat komen ... no way!"
In een middelgrote stadsschool bestaat al enkele jaren een traditie om het probleem van te laat op school komen op een alternatieve manier te benaderen, namelijk door leerlingen die op tijd komen in de bloemetjes te zetten. Op de eerste maandag van elke maand worden alle leerlingen samengeroepen op de overdekte speelplaats. Daar haalt de directeur in een kleine ceremonie blind een briefje uit een hoge hoed. In de hoed zitten de namen van alle leerlingen die de voorbije maand elke dag op tijd zijn gekomen. De leerling die door het lot uit de hoed komt, krijgt een kleine prijs: een basketbal, een filmticket, een boekenbon ... Het gaat dus om 10 leerlingen per jaar die voor een 'normale' gedraging - op tijd komen - beloond worden met een cadeautje. Hoewel de kans erg klein is dat hun naam door het lot getrokken zal worden, zijn er verbazend veel leerlingen die hard hun best doen om in de hoed te komen. Dit zijn allemaal leerlingen die de school niet meer hoeft te straffen! Bovendien schept de ceremonie telkens weer een fijne sfeer. Er wordt gegist wie uit de hoed zal komen, er wordt gelachen, er is een gevoel van samenhorigheid. Die dag gaan de leerlingen met een verhaal naar huis over hoe fijn het bij hen op school kan zijn.
- Een beloningssysteem met tokens:
Een beloningssysteem met tokens is een bijzondere vorm van positieve bekrachtiging. Voor goed of gewenst gedrag krijgt de leerling een token. Dat kan allerlei zijn: een kaartje, een punt of een ander symbool. De tokens kunnen omgeruild worden voor de echte beloning.
Enkele richtlijnen voor het gebruik van tokens:
* De leerling moet begrijpen dat de tokens symbool staan voor de echte beloning.
* Het leerling moet kunnen wachten op de echte beloning. Het gewenste gedrag of de verwachting moet heel concreet gemaakt worden. Vage omschrijvingen moeten absoluut vermeden worden.
* Visualiseer concreet hoeveel tokens de leerling moet verdienen vooraleer de beloning volgt.
Bram Verleysen deed in 2017 zijn scriptie over hoe je aan de slag kan met gewenst gedrag. Het effect van de tokenacademy was duidelijk meetbaar. Hij onderzocht hoe een beloningssysteem het gedrag bij kinderen van 5 t.e.m. 11 jaar met psychosociale problemen binnen een verticale leefgroep in het Jongerenwelzijn kan beïnvloeden. Zijn bachelorproef is vrij te downloaden via de catalogus van de HoGent. Hieronder kan je de link naar deze bachelorproef vinden.
- Algemene tips:
* Materiële beloningen zijn leuk, maar zijn meestal minder duurzaam, gaan verloren of stuk. Ga vooral op zoek naar niet-materiële beloningen.
* Wanneer je de beloningen organiseert voor de hele school samen, kan je tijdens een personeelsmoment (pedagogische studiedag, personeelsvergadering, ...) samen brainstormen op welke manier je dat wil doen.
* Je kan aan het begin van het schooljaar de klassikaal te verdienen beloningen op kaartjes schrijven, die je in een mand/pot steekt. Wanneer het tijd is om te belonen, mag iemand een kaartje trekken en is de beloning een verrassing.